Article in Dutch by Yvette van Nierop, December 2002.
DEAF03 is de zesde editie van het Dutch Electronic Art Festival. DEAF bestaat sinds 1994 als festival dat de technologische ontwikkelingen binnen de kunst in een groter sociaal maatschappelijk kader plaatst. Het Dutch Electronic Art Festival is ontwikkeld vanuit de Manifestaties voor de Instabiele Media die ontstaan zijn in de tweede helft van de jaren tachtig. Elke editie van DEAF heeft een eigen thema dat vanuit verschillende invalshoeken wordt benaderd. Het onderlinge verband tussen de verschillende DEAF's komt naar voren als de verschillende thema's naast elkaar worden geplaatst. Elke DEAF kan gezien worden als een nieuw hoofdstuk in het verhaal over het artistieke gebruik van nieuwe technologie, waarbij er nieuwe informatie wordt toegevoegd maar ook wordt doorgebouwd op het reeds ter sprake gebrachte.
DEAF werd vooraf gegaan door vijf edities van de Manifestatie voor
de Instabiele Media. De eerste manifestatie was er vooral op gericht om
technologie als artistiek medium op de agenda te krijgen. Er werd nog
geen gebruik gemaakt van gespecificeerde thema's maar er werd wel een
basis gelegd voor de organisatie van de latere manifestaties en van de
daaropvolgende DEAF's. De volgende manifestaties richtten zich
respectievelijk op de mogelijkheden van telecommunicatie-apparatuur, op
de bronnen van elektronische media en op de gevolgen die mechanische
versnelling heeft op de publieke ruimte en sociale structuren.
Per manifestatie werd de thematiek specifieker. De thematische
benadering maakte het mogelijk de consequenties van de technologische
vooruitgang onder de aandacht te brengen buiten de gebruikelijke cirkel
van ingewijden en specialisten. De thematische benadering had in de
laatste van de manifestaties het niveau bereikt waaraan ook de inhoud
van de daaropvolgende DEAF's voldeden. Hier kwam de potentie van een
gespecificeerd thema heel duidelijk naar voren. Onder de titel The Body
in Ruin werd de verhouding tussen het fysieke lichaam en technologie
uitgediept. Nieuwe technologische snufjes worden meestal gemakkelijk en
op grote schaal geaccepteerd maar de implicaties van al die
ontwikkelingen gaan een stuk verder dan de meeste mensen zich
realiseren. The Body in Ruin liet met een aantal voorbeelden zien wat
de betekenis kan zijn voor de beleving en het begrip van het lichaam.
In de bijbehorende manifestatiekrant werd het thema in een theoretisch
kader geplaatst. Met behulp van een inleidende essay werden
verschillende benaderingen uit verschillende vakgebieden naast elkaar
gezet. Zo werd er aandacht besteed aan de uitbreiding van het lichaam
met technische hulpmiddelen, dit geldt onder andere voor het
waarnemingsvermogen en de snelheid van voortbeweging. Aan de andere
kant was er aandacht voor de beperkingen die het lichaam oplegt aan de
technologische toepassingen die ontstaan omdat het biologische en
technologische niet altijd vloeiend op elkaar aansluiten. Beide
benaderingen tonen een vertechnologisering van het fysieke lichaam als
de volgende fase in de menselijke evolutie.
In 1994 werden de manifestaties vervangen door het Dutch Electronic
Art Festival. Dit viel samen met de verhuizing van de V2_Organisatie
van 's-Hertogenbosch naar Rotterdam. De eerste DEAF werd georganiseerd
onder de naam Digital Nature. Net als bij de laatste Manifestatie werd
het onderwerp vormgegeven door het accent te leggen op de gevolgen van
de technologische ontwikkelingen. Ging het in The Body in Ruin over het
lichaam van de mens, in Digital Nature ging het om de omgeving van de
mens, en dan met name de omgeving die de mens met behulp van
technologie zelf creeert. Er is een nieuwe dimensie bijgekomen in de
vorm van een digitaal domein. Het is een dimensie die losstaat van de
fysieke ervaring en daardoor op het eerste gezicht onverenigbaar lijkt
met termen als leven en natuur. Met de invulling van DEAF94, liet V2_
echter zien dat de invulling van dergelijke definities een kwestie van
perceptie is. Natuur gezien als biologisch systeem waar de mens geen
invloed op heeft, wordt steeds zeldzamer in de wereld en is in een land
als Nederland helemaal niet te vinden. Natuur verandert steeds meer in
gecultiveerde groenvoorziening. Tegelijk beginnen steeds meer
datapakketten zich te gedragen als levensvormen die specifiek zijn
afgestemd op een digitale omgeving. De ontwikkelingen richting
technologische levensvormen die organische kenmerken vertonen,
onderstrepen dat het technologische domein flexibel dynamisch is. De
menselijke invloed op de vormgeving van zowel de fysieke omgeving als
op de digitale omgeving, duiden erop dat de verschillen tussen
biologisch en technologisch minder groot zijn dan ze op het eerste
gezicht lijken.
Tussen 1995 en 1998 gaat het element controle een grotere rol spelen in
de thematiek van DEAF. Bij gebrek aan controle ontstaat een gevoel van
onmacht, iets dat de meeste mensen liever vermijden. De behoefte aan
controle speelt dan ook een belangrijke rol in de verdere ontwikkeling
van bestaande technologie. Interfacing Realities in1995, richtte zich
specifiek op de controle via de interface. Zonder interface is het
digitale domein onbereikbaar en ongrijpbaar. De mogelijkheden van
technologische apparatuur en elektronische netwerken worden niet alleen
bepaald door de ingebouwde functies maar zijn voor een belangrijk deel
afhankelijk van de bedienbaarheid. Zo wordt de bruikbaarheid van
internet slechts gedeeltelijk bepaald door de inhoud en de structuur
van het net. Uiteindelijk worden de mogelijkheden begrensd door de
gebruikte computer en de kennis die de gebruiker van het internet en de
eigen computer heeft. In DEAF96 komen de begrenzingen tussen het
fysieke en het digitale domein aan bod. Grenzen zijn ook een vorm van
controle maar op het internet zijn de grenzen tussen openbaar en prive
niet altijd even duidelijk. Aangezien de uiteinden van het netwerk zich
hier bevinden, heeft dit ook invloed op de grenzen tussen publiek en
prive in de fysieke werkelijkheid. Het ongeluk lijkt de ultieme vorm
van controleverlies te zijn. Dit vormt het thema van DEAF98, The Art of
the Accident. Wederom speelde hier beschouwingen over de evolutie een
belangrijke rol, in die zin dat toevallige omstandigheden en
plotselinge gewelddadige gebeurtenissen evolutionaire processen
beinvloeden. Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van denken in
objecten naar denken in processen. Binnen een proces zijn 'ongelukken'
niet zozeer een verstoring van de voortgang als wel een onderdeel van
het proces en zelfs het uitgangspunt om nieuwe mogelijkheden te
onderzoeken. Een gebeurtenis die in eerste instantie wordt ervaren als
ramp kan ervoor zorgen dat een ontwikkelingsproces plotseling een
andere richting inslaat. Niet alleen in de evolutie van de natuur, ook
bij wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen speelt het
onverwachte een belangrijke rol. Technologie beschouwd als evolutionair
proces is net zo goed onderhevig aan ongelukken, die niet alleen
problemen veroorzaken maar ook tot nieuwe inzichten kunnen leiden. Een
ongeluk is hierdoor niet alleen een verlies aan controle maar ook een
mogelijkheid om nieuwe ontdekkingen te doen.
Een ander element van de technologische vooruitgang is dat de betekenis
van tijd verandert. DEAF_00 stelde de veranderingen in het concept tijd
centraal. Onder de naam Machine Times werd de betekenis van tijd in
verschillende situaties ter discussie gesteld. Zo kan afstand niet
langer in termen van tijd worden gedefinieerd. Afstand is op de
elektronische snelweg irrelevant, tussen het versturen en ontvangen van
informatie bestaat nauwelijks nog een tijdsverloop en dat is niet
afhankelijk van werkelijke afstand maar van technische gegevens. De
nadruk lag op de consequenties voor de sociale structuren. Er is, naast
de historische tijdsbeleving, een geintensiveerde vorm van tijd
ontstaan waarin vertrek en aankomst op hetzelfde moment plaatsvinden.
Een gevolg is dat informatieoverdracht op een hoger niveau is getild.
Er staat de mens een enorm netwerk aan informatie ter beschikking in de
vorm van eindeloze data. Het is de gebruikte apparatuur die bepaald
hoeveel tijd het kost om de informatie beschikbaar te maken.
DEAF03 richt zich op de implicaties die het leggen van relaties tussen
verschillende data met zich meebrengt. De wereld is veranderd in een
groot archief waarin zowel historische als hedendaagse informatie
zonder hierarchisch onderscheid ligt opgeslagen. De ontsluiting van de
juiste informatie wordt een steeds belangrijker onderwerp, juist omdat
er zo veel informatie beschikbaar is. Een manier om informatie
toegankelijk te maken is door het zichtbaar te maken. Voor deze
visualisering zijn verschillende strategieen mogelijk die binnen DEAF03
onder de aandacht gebracht worden.
Belangrijke motivaties voor het organiseren van de manifestaties en
later de DEAF's, waren het verankeren van technologisch georienteerde
kunst in de maatschappij, evenals het verbeteren van de onderlinge
informatie uitwisseling tussen kunstenaars, muzikanten, technici en
wetenschappers. Door in de programmering een combinatie te maken tussen
tentoonstellingen, optredens, performances en seminars, werd het
mogelijk een breed beeld te geven van de ontwikkelingen. De combinatie
van verschillende vakgebieden als basis van DEAF, werd al in de eerste
Manifest voor de Instabiele Media gelegd. Als uitgangspunt werd het
Manifest voor de Instabiele media geschreven. Deze tekst heeft de vorm
van een aantal statements waarin het begrip instabiele media wordt
toegelicht als zijnde alle media waarbij gebruik gemaakt wordt van
elektronenstromen en frequenties. Het gebruik van instabiele media
wordt hierin gerechtvaardigd met verwijzingen naar de quantummechanica
en de grootschalige beschikbaarheid van apparatuur.
In vergelijking met de latere DEAF's, waren de eerste Manifestaties nog
bescheiden van opzet. Een aantal optredens, een lezing, enige
installaties samengebracht in een expositie, een videopresentatie en
twee films vormden de basis van de eerste Manifestatie. Vanaf de eerste
manifestatie heeft de V2_Organisatie ook samenwerking gezocht met
andere organisaties, zowel binnen als buiten Nederland. Deze basis is
in de loop van de tijd verder uitgebreid. De ene lezing werden een
aantal lezingen en uiteindelijk een compleet programma van symposia en
seminars. De exposities werden steeds ruimer opgezet, met meer werk op
meerdere locaties. Bovendien werden er vanaf DEAF94 workshops
georganiseerd die verband hielden met de thematiek van het festival.
Tot slot werd DEAF96 nog uitgebreid met 'de avonden van'. Op drie
verschillende avonden kreeg steeds een ander daartoe genodigde de kans
om zelf een programma samen te stellen. De inhoud is geheel afhankelijk
van de gastcurator en kan bestaan uit performances, lezingen,
discussies of wat dan ook, alles uitgezocht volgens de visie van de
samensteller. Dit programmaonderdeel was niet opgenomen in DEAF98 maar
werd voor DEAF_00 weer in ere hersteld en ook bij DEAF03 zijn deze
avonden weer onderdeel van het programma.
De symposia bij DEAF vormen samen met de boeken c.q. catalogi de
theoretische pijlers van DEAF. Het is een platvorm geworden waar een
internationale groep van wetenschappers, theoretici, kunstenaars en
sociologen elkaar en het belangstellende publiek informeren over
actuele ontwikkelingen. Geplaatst binnen een filosofisch of
wetenschappelijk kader, komen er thema's aan de orde op het gebied van
kunst, samenleving en technologie. De symposia zijn voortgegroeid uit
de lezingen die al rond de eerste manifestaties werden georganiseerd.
Bij de manifestatie in 1987 was dat een lezing. Rond de manifestatie in
1993 was dit al uitgegroeid tot een symposium dat een hele dag in
beslag nam en waarin verschillende gastsprekers van verschillende
nationaliteiten hun visies uiteen konden zetten. In DEAF94 werd dit nog
verder uitgebouwd tot een tweedaags symposium.
Vanaf DEAF94 werd het internet een steeds belangrijker onderdeel van
het festival. In eerste instantie ging het alleen om websites die als
onderdeel van het DEAF programma werden gepresenteerd, maar vanaf 1996
kwam er ook een specifieke festivalsite. Voor DEAF94 maakte de
V2_Organisatie nog gebruik van de server van de VPRO. Tijdens deze DEAF
was het project The Collective Collage interactief te bezoeken. Het net
als artistieke ruimte werd in DEAF95 verder uitgewerkt. Zo werd er
binnen het DEAF-programma ruimte vrijgemaakt voor wiretap. Wiretap is
begin 1995 ontwikkeld als regelmatig terugkerend event waar in
informele sfeer aandacht wordt besteed aan ontwikkelingen die
kunstenaars maken op technologisch gebied. In wiretap 1.06, de editie
van wiretaps die aan DEAF95 was verbonden, kwamen verschillende
mogelijkheden van het internet aan bod, ten eerste als interactieve
on-line-omgeving in het project Crossings, ten tweede als ruimte voor
culturele censuur in de File Room en als laatste als digitale
ontmoetingsplaats in The Meeting Point waarin kunstmatig gecreeerde
afstand en ruis het communicatieproces beinvloedden. Deze on-line
projecten waren niet alleen thuis te bezoeken, voor de periode van
DEAF95 was de foyer van Lantaren/Venster omgebouwd tot cybercafe onder
de naam Digital Dive. Hier konden websites en cd-rom's bekeken worden
die betrekking hadden op het DEAF-programma. Digital Dive is sindsdien
een vast onderdeel van DEAF.
Dat het internet een steeds belangrijker plaats ging innemen, blijkt
ook uit de ontwikkeling van een specifieke festivalsite. Deze website
krijgt een steeds belangrijker plaats als publiek domein voor DEAF. Het
voordeel is dat via de website makkelijker een internationaal publiek
te bereiken is dan met exposities en evenementen in de fysieke ruimte
van de stad Rotterdam. Bovendien biedt het web andere vormen van
visualisatie en participatie, het vormt een uitbreiding van de
realiteit met een digitaal gebied. SoftSite was een project waarin de
nadruk lag op het feit dat het digitale domein niet gebonden is aan de
natuurwetten van de fysieke ruimte maar volgens eigen regels
functioneert. Als een soort van flexibele architectuur, veranderde de
structuur van de site onder invloed van de bezoekers van de site. Naast
nieuwe mogelijkheden brengt het web ook unieke problemen met zich mee.
In DEAF98 werd een deel daarvan uitgelicht door de instabiele site waar
onbedoelde 'ongelukken' in de vorm van de digitale crash centraal
stonden. Naast de mogelijkheid om projecten aan te bieden, kan de
website ook gebruikt worden als digitale festivalkrant waarop onder
andere de agenda van het festival te raadplegen is.
Achtergrondinformatie werd vanaf DEAF96 geboden in de vorm van
bookmarks waarmee de bezoekers specifiekere informatie over
DEAF-onderwerpen en participanten konden vinden. De website werd vanaf
DEAF98 ook gebruikt voor live verslaggeving bij performances en
symposia. Dankzij het gebruik van de e-mail kon het publiek dat de
evenementen on line volgde sindsdien ook participeren door bijvoorbeeld
vragen te stellen aan sprekers en meningen geven tijdens discussies.
De publicaties rond DEAF zijn in de loop der tijd steeds verder
ontwikkeld. Voor DEAF94 was er buiten de festivalkrant nog geen boek of
catalogus beschikbaar. Deze krant leek qua vormgeving, opbouw en
informatieverstrekking sterk op het krantje dat de vijfde Manifestatie
voor Instabiele Media, The Body in Ruin, begeleidde. Het thema werd
geintroduceerd met een theoretisch georienteerde essay. Verder bevatte
de festivalkrant korte beschrijvingen van het tentoonstellingsgedeelte,
het symposium en live evenementen. In eerste instantie werd ook DEAF95
nog niet begeleid door een boek maar door een festival magazine. Later,
in 1997, is er alsnog een boek uitgegeven. Het boek Interfacing
Realities draagt dezelfde titel als DEAF95 maar kreeg door het late
verschijnen niet de kans om tijdens DEAF95 als theoretische context te
werken. Het programma-onderdeel East meets West tijdens DEAF96 werd
begeleid door een reader die diende als theoretische onderbouwing maar
verder werd DEAF96 niet begeleid door een boek. Wel was er wederom een
magazine beschikbaar. Bij DEAF98 The Art of the Accident hoorde wel een
boek onder dezelfde titel. Hierin werd een combinatie gemaakt van een
catalogusfunctie waarin installaties en projecten werden beschreven en
van de theoretische onderbouwing in de vorm van essays en interviews.
In Machine Times, het begeleidende boek bij DEAF_00, is voor dezelfde
combinatie gekozen en ook bij DEAF03 wordt een dergelijk boek
uitgegeven.
De publicaties die de DEAF's begeleiden, vereisen veelal een zeker
intellectueel niveau van de lezer. Zeker de essays die door deskundigen
zijn geschreven, hebben een wetenschappelijk karakter en zijn zonder
voorkennis niet altijd gemakkelijk te volgen. Het is mogelijk dat het
niveau van de teksten een afschrikkende werking heeft op het grote
publiek maar aangezien het de doelstelling van de V2_Organisatie is om
theorie en praktijk te integreren is dat onvermijdelijk. Voor een
bezoek aan de exposities of een bijdrage aan de interactieve
webprojecten is kennis van het theoretische kader echter niet
noodzakelijk zodat het theoretische niveau in principe geen nadelige
consequenties hoeft te hebben op de belangstelling van het publiek.
De afgelopen jaren heeft het Dutch Electronic Art Festival zich ontwikkeld tot internationaal referentiepunt voor ontwikkelingen op het gebied van nieuwe media. Begonnen als Manifestatie voor de Instabiele Media in een tijd dat er nauwelijks aandacht was voor de invloeden van nieuwe technologie, is het festival in de afgelopen vijftien jaar uitgegroeid tot een breed platvorm voor zowel kunstenaars als techneuten, wetenschappers en theoretici. Doordat de thematiek van het festival is afgestemd op eigentijdse ontwikkelingen, leveren de Manifestaties en de DEAF's samen een overzicht van de technologische en theoretische ontwikkelingen vanaf midden jaren tachtig tot het heden op zowel artistiek als sociaal gebied. De ontwikkelingsgeschiedenis van het Dutch Electronic Art Festival beschrijft zodoende de ontwikkelingsgeschiedenis van de instabiele media.
Yvette van Nierop, 15 Dezember 2002.